Tweejarigen gaan door hun eigen ontwikkelingsfase en zijn nog sterk op zichzelf gericht: Hun grote bewegingen als stappen, springen, lopen… ontwikkelen razendsnel en liefst willen ze ook alles zelf doen. Ze zijn heel leer- en nieuwsgierig en ontdekken graag nieuwe dingen. Imiteren van wat mama, oma, papa of nonkel doen, vinden ze plezant! In de kookpotten roeren, poetsen, ramen wassen, aan de auto sleutelen; peuters willen dat ook! Door het imiteren van wat er in de grote wereld gebeurt, ontwikkelen ze spelenderwijs hun (taal)vaardigheden, maar ook wordt hun motoriek gestimuleerd. Peuters leren ook probleemoplossend denken: “Hoe krijg ik dat deksel op of af die pot? Kan dat stokje passen in het gaatje van mijn veterschoen? Hoe krijg ik mijn jas zelf aan?
Kinderen willen graag uitdagingen op hun niveau natuurlijk!
